Onderhoudsgids voor elektrische vorkheftrucks en motoren:
1. Batterij
De voorbereidende werkzaamheden zijn als volgt:
(1) Controleer en verwijder het stof en vuil van het oppervlak, controleer ze allemaal op schade en als er schade is, repareer of vervang deze dan afhankelijk van de schadesituatie.
(2) Controleer de oplaadapparatuur, instrumenten en gereedschappen en bereid ze tijdig voor of repareer ze als er ontbrekende of defecte zijn.
(3) De oplaadapparatuur moet overeenkomen met de capaciteit en spanning van de batterij.
(4) Het opladen moet worden uitgevoerd met behulp van een gelijkstroomvoedingsbron. De (+) en (-) polen van het laadapparaat moeten correct worden aangesloten om schade aan de batterij te voorkomen.
(5) De temperatuur van de elektrolyt tijdens het opladen moet tussen 15 en 45 ℃ worden geregeld.
zaken die aandacht behoeven
(1) Het oppervlak van de batterij moet schoon en droog worden gehouden.
(2) Als de elektrolytdichtheid (30 ℃) aan het begin van de ontlading geen 1,28 ± 0,01 g/cm3 bereikt, moeten er aanpassingen worden gedaan.
Aanpassingsmethode: Als de dichtheid laag is, moet een deel van de elektrolyt worden verwijderd en geïnjecteerd met een vooraf geconfigureerde zwavelzuuroplossing met een dichtheid van niet meer dan 1.400 g/cm3; Als de dichtheid hoog is, kan een deel van de elektrolyt worden verwijderd en aangepast door gedestilleerd water te injecteren.
(3) De hoogte van het elektrolytniveau moet 15-20 mm hoger zijn dan het beschermnet.
(4) Nadat de batterij is ontladen, moet deze tijdig worden opgeladen en mag de opslagtijd niet langer zijn dan 24 uur.
(5) Batterijen moeten zoveel mogelijk overladen, overmatig ontladen, sterke ontlading en onvoldoende opladen vermijden, anders wordt de levensduur van de batterij verkort.
(6) Er mogen geen schadelijke onzuiverheden in de batterij terechtkomen. De instrumenten en gereedschappen die worden gebruikt om de dichtheid, sterkte en vloeistofniveau van de elektrolyt te meten, moeten schoon worden gehouden om te voorkomen dat onzuiverheden in de batterij terechtkomen.
(7) Er moeten goede ventilatieomstandigheden zijn in de oplaadruimte en er mag geen vuurwerk worden afgestoken om ongelukken te voorkomen.
(8) Als tijdens het gebruik van batterijen de spanning van elke individuele batterij in het batterijpakket ongelijkmatig is en niet vaak wordt gebruikt, moet er eenmaal per maand een evenwichtige lading worden uitgevoerd.
2. Motor
Inspectieartikelen:
(1) De motorrotor moet flexibel kunnen draaien en geen abnormaal geluid mogen maken.
(2) Controleer of de bedrading van de motor correct en veilig is.
(3) Controleer of de commutatorpads op de commutator schoon zijn.
(4) Zijn de bevestigingen los en zit de borstelhouder goed vast?
Onderhoudswerkzaamheden:
(1) Normaal gesproken wordt de motor elke zes maanden geïnspecteerd, voornamelijk voor externe inspectie en oppervlaktereiniging van de motor.
(2) Geplande onderhoudswerkzaamheden moeten eenmaal per jaar worden uitgevoerd.
(3) Als het oppervlak van de commutator die gedurende een bepaalde periode is gebruikt een in principe consistente lichtrode kleur vertoont, is dit normaal.
Posttijd: 10 oktober 2023